Column: Ontploffende walvissen
Een 15 jarige scholier laat elke maand zijn (of haar) licht schijnen op de uitzichtloosheid van het leven en het nutteloze bestaan van haar (of zijn) klasgenoten. Anoniem. Want het leven op school is zo al zwaar genoeg.
“De wereld is f*cked”…….
Een ongemakkelijke stilte doet zijn intrede. De docent, die de woorden gemist lijkt te hebben, kijkt beduusd op. Voor een halve minuut lijken de abrupte woorden door te dringen waarna men besluit om de dagelijkse sleur door te zetten en de zinloosheid zegeviert.
Waar velen deze woorden als een stijlicoon in de mond nemen, hadden de woorden ditmaal voor mij een soort semi-tragische lading. De woorden symboliseerden een voor mij pessimistisch beeld tot stand gezet door een sluipend verzurings-proces. En hoewel deze woorden een waarheid droegen, verlangde ik even naar onbezorgdheid.
Dit deed me denken aan een speciaal soort gesprekken. Van die spontante gesprekken, beginnend over mijn lichte allergie voor singer-songwriters en eindigend met een aangespoelde walvis die midden in een stad uit elkaar knalt.
Dat soort gesprekken doordrenkt met onbezorgdheid, droogheid, ironie en sarcasme hadden plaatsgemaakt voor zwaarmoedige, deprimerende gesprekken waar inderdaad conclusies in de stijl van “de wereld is f*cked” uitkwamen.
En hoewel de wereld misschien ook wel “f*cked” is, heb ik ineens een intens verlangen naar ontploffende walvissen.
Geen reacties