Mixtape.

Nieuw!

kattuk.nl/Dichtbundel Vink

Dichtbundel Vink

DE WALGELIJKE WERKELIJKHEID

Op donderdagavond 14 september presenteerde lokaal cultfiguur Richard Vink zijn eerste dichtbundel ‘De Walgelijke Werkelijkheid!’ in jongerencentrum Scum.

U heeft de QR code op deze bundel gescand en bent nu hier terechtgekomen. Welkom! Voordat we u gaan vermoeien met allerlei interessante details, de foto’s door Ted Denies, het voorwoord door Mounim, de bemoedigende woorden door Henk Kasius en de andere extra’s die de bundel niet gehaald hebben, eerst nog iets over Vink en zijn eerste dichtbundel.

De schrijverscarrière van Vink is zo’n 12 jaar geleden begonnen toen hij als vrijwilliger allerlei content voor de jongerenwebsite Kattuk.nl begon te schrijven. Van reviews tot interviews tot random achterlijkheden waar eigenlijk niemand op zat te wachten. Neem hier vooral notie van.

De afgelopen jaren is Richard zich steeds meer gaan toeleggen op het schrijven van gedichten en andere hersenspinsels. Tot groot genoegen van anderen die hem hebben aangespoord toch vooral te gaan publiceren. Niet alleen omdat het zulke mooie, rake, gedichten zijn, maar vooral ook vanwege de thematiek. Richard heeft taal gebruikt om de demonen te verdrijven die hem dikwijls tot suïcidale gedachten dreven. En dat is aardig gelukt. Richard bestaat nog steeds en als kers op de taart ligt er nu een fantastische dichtbundel op lezers te wachten.

Het is een bijzondere uitgave geworden, niet alleen qua inhoud, maar zeker ook qua vorm. Grafisch vormgever Peter Minnee, fotograaf Ted Denies en kunstenaar Simon de Jong hebben zich geheel belangeloos ingezet om er een passend geheel van te maken. De keuze voor papiersoorten, indeling en vouw- en druktechnieken door Peter, de stemmige zwart-witfoto’s geschoten door Ted en de ‘Strike a Pose’ ik wil ook op de foto door Simon geven het geheel precies de lading die het verdient. “Deze gasten snappen de vibe” aldus Richard.

“Hier, op je gore galbakkes”

VOORWOORD

 

Muzikant, filmmaker, acteur, interviewer, fotograaf, dichter, Youtuber, Twitteraar, politicus, auteur en kampeerder- maar bovenal een dierbare vriend.

Onze paden kruisten als eerst rond het jaar 2011. De tijd van Arrow to the knee, Scumbag Steve, Leeroy Jenkins, Angry German Kid, YTMND, K-On!, Nichijou, Madoka Magica, planking, Nyan Cat, en Rebecca Blacks ‘Friday’ én natuurlijk de tijd dat we navigeerden in de ongerepte jungle van de Nederlandse YouTube-scene óf Twitterscene (dit is een heikel punt waar de internethistorici het nooit over zullen zijn, Twitter of YouTube, kip of het ei, draaien, dippen of likken, we zullen het nooit exact weten)

Een vluchtige virtuele verbinding tussen twee randdebielen (op Twitter of YouTube, of wellicht wel Hyves), twee over het paard getilde, omhooggevallen avant-garde pubers in het Wilde Westen van de digitale polder, een onmoeting die over de jaren zou unzippen tot een meerlaagse persoonlijke vriendschap.

De opmerkingen van Richard-of zoals ik hem heb leren kennen: Herrvink, waren meer dan alleen oppervlakkige reacties; ze waren doordrenkt met diepgang, inzicht-en bovenal, gitzwarte humor. De interacties werden al snel een bron van inspiratie en intellectuele uitwisseling. We deelden gedachten, ideeën en creatieve projecten. Vink, een veelzijdige en gepassioneerde knaap met een overvloed aan talenten, wist mij immer te boeien. Als een vogel die van tak naar tak fladdert, dook hij zich in nieuwe projecten en omarmde hij met zijn creatieve vleugels zijn nieuwste passie.

De impact van Herrvinks werk op mij is diepgaand. Zijn vooral absurde creatieve benadering heeft me altijd geraakt, of het nu gaat om zijn interviews, video’s, zijn spoken-of geschreven word, met, of zonder rijm. Telkens weet hij met zijn werk een beroering teweeg te brengen.

Zijn expressie komt rechtstreeks uit zijn hart en ziel: rauw en eerlijk, en biedt een waarachtige blik in het brein van deze creatief Katwijker. In de hoge pieken of in de diepe dalen, Herrvink schittert als een stralende diamant met zo veel verschillende facetten dat het vrijwel onmogelijk er één daarvan volledig te doorgronden, laat staan allen.

Na jaren van waardevolle online interacties en het delen van virtuele avonturen-met hier en daar een radiostilte, kreeg ik de kans een nieuwe kant van Herrvink te leren kennen, we besloten om elkaar in het echte leven te ontmoeten tijdens een kampeertrip met andere online kornuiten waarmee we menig online avontuur hadden beleefd. Het was een circus vol schizofrene clowns waarbij Ries de directeur was.

Na het blijmoedige kampeeravontuur bleven onze online interacties gelukkig voortduren, nu met een extra dimensie.  Als één van de gelukkige weinigen die de eer had fragmenten van Vinks geschreven werken te ontvangen, kan ik met volle overtuiging verkondigen dat het lezen van een boek met zijn verzamelde woorden een ware verwennerij is. Zijn gedichten hebben niet alleen een diepe indruk op mij achtergelaten, maar hebben tevens mijn begrip van Richard zelf op een buitengewone manier verdiept. Het is een privilege om zijn creatieve reis te kunnen delen en ik ben ervan overtuigd dat zijn woorden en zijn kunst vele harten zullen beroeren en betoveren.

Nu, met dit boek, krijg jij als lezer de kans om zelf een van de facetten van Richard Vink te leren kennen. Het is een verzameling van zijn gedichten en verhalen die je meevoert naar een rijk van ongekende mogelijkheden. Zijn woorden kunnen doordrenkt zijn van een diepgaande esoterische betekenis en in staat zijn om je in het diepst van je ziel der zielen te raken, en soms ook helemaal niet, en is het direct uit het overgrote hart van de auteur neergepend alsof het een boete op een zondagmorgen is van een BOA op Zuidplein die zojuist een iets te koude koffie achterover heeft gesmeten: “Hier, op je gore galbakkes” hoor je dan tussen de rauwe regels door.  Daar waar schitterende parels je uitnodigen tot reflectie, verkenning en het uitdagen van je eigen perspectieven, tref je ook de bakstenen aan die door je Tesla-die je noodgedwongen in de Schilderswijk had geparkeerd vanwege aanhoudende parkeerproblemen, wordt gesmeten.

Bereid je voor om volledig ondergedompeld te worden in de veelzijdige geest van Richard Vink, waarbij zijn wijze woorden aan het einde zullen resoneren: “LAAT ME MET RUST!”

Mounim, 2023

VERHAAL VOOR VINKIE

 

De meeste mensen zouden niet aan Rembrandt durven vragen of hij mee wil helpen met Schilderen Op Nummer van Ravensburger. Of aan Lionel Messi om mee te doen met hun bierteam. Een vrijgezellenfeest organiseren met Max Verstappen en dan gaan karten. Of een gezellig personeelsuitje organiseren met de sportredactie van de NOS. Aan Theo Maassen vragen of hij een mop wil vertellen. Of aan Ali B vragen of zijn broer Enes heet. De meeste mensen zouden zoiets nooit durven.

Richard Vink hoort niet bij de meeste mensen. Hij heeft niet alleen het lef en de ballen om een dichtbundel uit te brengen, maar ook nog eens de slimheid om in het midden van het boek iets echt lezenswaardigs te plaatsen. Maar genoeg over mij! Een dichtbundel is pas een dichtbundel, wanneer elke letter helemaal aan stukken is geanalyseerd.

Meestal wordt gedaan door een bepaald type mensen. Mensen die van “een goed gesprek” houden en dunne sigaartjes roken. Of sigaretten in zo’n versierd plastic houdertje. Vrouwen die zich kleden in de meest vormeloze kleding, die rechtstreeks uit de jaren ’50 lijkt te komen. Niet omdat ze mannen af willen stoten (wat ze wel doen), maar omdat ze vinden dat een man ze zou moeten beoordelen op wat ze inhoudelijk te bieden hebben (wat mannen niet doen). Mannen die denken dat het dragen van een cowboyhoed bijdraagt aan een imago van intelligentie en diepgang en klinken alsof ze de hele AVIKO-fabriek ingeslikt hebben.

Hoewel ik zelf heel graag bij zo’n analyse aanwezig zou willen zijn (alleen al om te vragen of het ze gelukt is om een parkeerplek voor Jolly Jumper te vinden), doen we Richard en zijn werk te kort met die pretentieuze prietpraat. Richard Vink verdient een analyse van iemand die vindt dat hij wel een beetje zijn best had kunnen doen om het in ieder geval te laten rijmen. En hier ben ik dan! Met een analyse en duiding, die ervoor gaan zorgen dat je vanaf nu wel begrijpt wat hij wil zeggen.

Om de gedichten van Richard Vink te kunnen begrijpen, moet je weten waar hij vandaan komt. Afkomst is zelden belangrijker geweest voor het creatieve product dan in het geval van Richard Vink. Om hem te duiden, moet je Katwijk kunnen duiden.

Katwijk, dat dorp aan zee waar Christelijke familiewaarden het uithangbord vormen. Een dorp waar je als man geslaagd bent als je je gezin financieel kunt onderhouden. Een dorp waar het belangrijkste criterium voor een goed restaurant de hoeveelheid eten op het bord is. Eigenlijk is Katwijk het best te vergelijken met één van de beroemdste zonen die het dorp heeft voortgebracht. Net als Dirk Kuijt moet Katwijk het vooral van zijn werklust hebben.

Geen dorp dus waar je op zoek gaat naar hoogwaardige culturele pareltjes. Voor een prachtig toneelstuk met een diepere boodschap moet je niet in Katwijk zijn. Literatuur die de levens van velen verandert evenmin. Zelfs een fatsoenlijke singer-songwriter wordt al een stevige uitdaging. ,,Ik ben Bennie met de bibberpen,” is het tekstuele hoogtepunt van de popmuziek uit Katwijk. De culturele grond in Katwijk is zo dor dat de kans dat daar een dichtbundel uit groeit kleiner is dan een succesvol bloembollenbedrijf opzetten in de Grand Canyon. Richard Vink kreeg dat voor elkaar.

Hoe hij dat voor elkaar kreeg? Simpelweg door dicht bij zichzelf te blijven en wars van pretenties te zijn. Wat je tot nu toe gelezen hebt is geen in marmer opgepoetste hoogdraverij van iemand die indruk wil maken met zinnen die taalkundig zo perfect uitgebalanceerd zijn dat ze hun ziel zijn verloren. Richard Vink geeft je ruwe diamanten die recht uit zijn hart komen. Die diamanten zijn voor hem het eindproduct van wat hij wil zeggen, maar laten voor de lezer de mogelijkheid open om voor zichzelf er iets uit te halen.

Om deze dichtbundel te analyseren moet je dan ook niet proberen te doorgronden wat de dichter ermee bedoelt. De enige juiste vraag die je moet stellen is: ,,wat doet dit gedicht met mij?” Het draait bij de dichter Richard Vink niet om wat hij aan jou te vertellen heeft. Hij biedt je hulp om jou iets over jezelf te laten vertellen. Niet als grote voordrager van zijn waarheid, maar als dienaar van jouw waarheid.

Voor degenen die al het bovenstaande niet geloven en bewijs willen dat dit geen reclamepraatje is en de dichter echt lef en ballen heeft? Alleen Richard Vink is zo gek om het middelste gedeelte van zijn dichtbundel weg te geven aan iemand die wel echt kan schrijven.

Henk Kasius

HANGJEUGD

 

En hier zit ik dan, op een van de vele momenten waarop ik klaar ben met alles Alles maar voornamelijk mijn leven. Het heeft zijn eindpunt niet bereikt maar ik ben er klaar mee. Het kan me allemaal gestolen worden. Tabee en de groeten!

Men beweert dat je leven voorbij flitst op momenten als deze maar ik kan eigenlijk alleen maar denken aan mijn buitenhangjaren. Ik en mijn vrienden, onafscheidelijk. Tot drugs een echte rol ging spelen dan. Volwassen willen worden ook, dat was er ook een. Een laatste keer lach ik me stuk om de grappen en grollen. In plaats van te stoppen besluit ik ze te noteren. voor als iemand ze vindt en ook zou willen lachen. Gewoon voor de leuk.

Ik lig in het duingras, het is ‘s middags rond een uur of 4 en vriend Dennis vertelt op vele manieren een verhaal over onze middag aan zij die er niet bij waren. Alle gebaren, woorden en uitdrukkingen kloppen. Het is een theatraal verhaal over domme dingen die weleens in elke soort supermarkt gebeuren. Het ging dit keer om een zooi dozen die omvielen terwijl wij in de buurt liepen, het was een strijd van leven en dood. Bijna waren we er niet meer! Hij deed dit alles onder het draaien van een joint, het was een van zijn kunsten. Theatraal dom doen om zich zo te focussen op het belangrijkste van de situatie.

Ik dwaal in mijn hoofd langs veel plekken. Ik vraag Dennis wat er had gebeurt als er ineens brand zou uitbreken? Hij lacht hard en zegt: “Dan hadden we meteen meer vermaak gehad dan nu. Wat had ik goed gegaan op die chaos. Casual langs de bene lopen en hard lachen!”

“Hadden we echt niemand geholpen?” vraag ik, “Nee, niemand is het waard en nu weet ik niet meer waar ik gebleven ben hahahaha”

Als je ons al het gevangen geluk had voorgeschoteld hadden we je uitgelachen. We beweerden niet meer te redden te zijn. Ik heb nooit geweten waarvan maar onze kans was verschoten.

Met de sterkte van vijf beren, bevochten wij het onjuiste en met de behendigheid van zeven slangen ontsprongen wij de dans des levens. De paden en banen die via routes gaan die eerder uit werden gestippeld dan onze eerste stappen, werden met een grijns van maan tot zon teniet gedaan.

Er gebeuren veel dingen op een dag. Soms te veel, vaak te weinig. Over veel wordt ook niet gepraat. De stilte raast vaak door de ruimte voordat een dom idee, de stilte verbreekt. Verveling noemt men dat. Oh, de mooie verveling. Vroeger was je een betere vriend dan nu. Schitterend als een diamant maar lelijk als een Fiat Multipla. Er is altijd een oplossing tot alles. En wij hebben het uitgebuit tot het maximale. Veel kansloze middagen werden dagen zonder een einde omdat niemand ooit twijfelde aan het verzonnen plan. Er was gewoon niets beters.

In dat soort gevallen bieden drugs en alcohol een prima oplossing. Niet dat je direct verslaafd moet gaan maar zie ze meer als hulpmiddelen in de misère die de sleur is. Als je stoned bent, bekijk je de wereld op een andere manier.. De lome wazige kijk maakt de wereld tot nutteloze speeltuin want hoe je het ook went of keert, je hebt nergens zin in. Het mentale pretpark die zich toont terwijl het inkickt, is een kick die je verslaafd kan maken aan het gevoel of de ervaring.

Ikzelf durfde me pas later te wagen aan deze lusten. Alcohol was jaren mijn grote vriend. Het idee mezelf te kunnen verdrinken om herboren te worden als een stoerdere ik. De dronken ik deed en durft alles wat ik nooit zou doen in een nuchtere staat. Dit klinkt mooi maar het niets meer dan de vlucht van Daedalus en Icarus. Aimen voor de zon maar hem nooit kunnen raken.

Eindelijk is het zo ver, de dag der dagen brak aan. We hadden wel miljoenen plannen voor deze dag. Je kon het zo gek niet bedenken of het was besproken. Van rituele branden tot eigenlijk niks doen. Het kon allemaal want we spijbelde toch collectief. Tijd zat dus. Het werd namelijk 06-06’06, de favoriete dag van elke edgy alternatieveling. In de voorgaande dagen werd er (zoals vaker) een hoop geroddeld. Mijn vrienden en ik zouden namelijk volgens veel verhalen collectief zelfmoord plegen. We zouden hand in hand van de hoogste flat van het dorp springen. En dat allemaal voor Satan, hij zou immers regeren op deze dag vol roekeloos vertier. De roddel liep als een lopend vuurtje door het land der overzieners en autoriteit. Iedereen stond op scherp, er mocht ons niks gebeuren! Rare was dat wij van niks wisten, gek eigenlijk.

Ik ga zo een verhaal vertellen over een groep buitenstaanders die zich tot de dag van vandaag overal buitengesloten voelen. Het is niet erg btw, we hadden elkaar en inmiddels hebben we ons lot geaccepteerd.

Toen ik de groep joinde was ik net 16. Kan zijn dat ik jonger was. Afin, de mensen die ik joinde noemde zich Shadowforce Katwijk. Tot de dag vandaag moet ik hard lachen om die naam. Wat fucking cheesy, stelletje kut gothics. En dat waren ze, alles erop en eraan. De make-up, muziek (de Nightwish/Cradle of filth soort), kleding, sieraden (overdreven ringen enz) en messen (botte weleenswaar, enkel voor t posen).  Ik viel als punk zijnde aardig buiten de boot qua stijl maar mocht gelukkig blijven hangen.

“Als er 1 ooit iets moet zeggen over ons. Dan moet jij dat maar doen, jij bent goed met woorden.” Met deze woorden zou ik graag willen openen. Dit werd mij gezegd toen ik 17 jaar oud was en wij elkaar ontmoetten voor het zogeheten ‘avondshaggie’. Het avondshaggie is n broederlijk begrip. Je sluit de dag niet af zonder een laatste shaggie te roken met 1 of meerdere van je vrienden. Stond je daar in de bibberende kou ’s nachts om half 3 op de meest winderige plek van allemaal een verplicht shaggie te roken. Maar he, je deelde het gevoel met je vrienden dus was het de kou waard.

Bij het zijn van een groep horen automatisch een aantal regels. Ongeschreven dingen die je automatisch wel of niet doet. Ook wij hadden die dus. Het avondshaggie of het feit dat als je niet kon slapen, je elkaar meette op een bepaalde plek zodat je samen vierde dat je niet kon slapen of nooit elkaar uit het oog verliezen. Dit bedoelende dat ik met een aantal heb gezworen elkaar te helpen wanneer nodig etc. Tot de dood ons scheiden zal. Beetje als een verplicht huwelijk, zonder gezeik.

We waren een walgelijk maar beleefd soort tuig. Nou ja, de avond dat ik erbij begon te horen besloot de rest tuinhuisjes af te laten fikken. De exacte reden weet ik niet maar het zal ongetwijfeld verveling geweest zijn. Ikzelf heb niet meegedaan met deze praktijken. Per toeval trof ik hen, vluchtend of verstoppend voor de politie. Spanning en sensatie alom. Er zullen later nog meer van deze momenten volgen. Het rennen voor wie dan ook.

Het was zo walgelijk als een natte GFT zak die open spat. Niet dat hij dat zelf door had. Nee, hij maakte zich meer zorgen over het hiernamaals of hoe raar het menselijk oog soms werkt maar vooral gaf ie om z’n zelfverzonnen reputatie. Hij was het type dat je bijdehand kon vertellen dat alles wat je geloofde niet waar was maar voor zichzelf zorgen was en is nog altijd een schip dat hij te vroeg heeft uitgezwaaid.

De avond viel langzaam en wij stonden hier al een tijdje. We vierden een verjaardag. Met de schemer viel ook een beetje het einde van alles.

Daar zat ik, ik keek de ruimte rond. Mijn ogen hingen op half 7. De kamer zat vol met gajes. De zomer was in volle gang maar wij zaten binnen. Zoals men verwacht van de alternatieve jeugd. Het plafond was niet te zien, een grote deken van wietdampen benevelde de bovenkant van de kamer. Men had een boodschappentas vol matige wiet gekregen. We moesten dubbel zoveel roken voor enig effect. Wat stom eigenlijk.

Voor me staat een tv, men speelt al dagen lang Dragonball Z Budokai Tenkachi 2. Dat is een soort Tekken maar dan in de stijl van DBZ. Zelf begreep ik het spel niet en bakte ik er niks van. Toekijken was mijn taak, aanmoedigen hoorde daarbij. En dat wisselde je af. Veel aan was het eigenlijk niet. Maar veel anders had je niet.

Niet dat de spanning te snijden was maar met een vingerknip kon de gehele ruimte in vechten uitbreken. Soms gemeend, soms niet. Ikzelf ben nooit een vechtersbaas geweest, nu nog niet. Ze mogen van mij doen wat ze willen maar betrek mij er niet in. Er zijn momenten geweest wanneer je er niet aan ontkwam. Dan vlogen er weer mensen door de ruimte, zaten er ineens gaten in de muren of vielen kasten in elkaar. Mooie dingen om te aanschouwen.

Naast dat zij meer opgefokt waren dan ik zaten er veel verschillen tussen ons als personen. Eigenlijk paste we er allemaal niet maarja, als niemand met je om wil gaan moet je het maar met elkaar doen. Het klinkt raar maar geen enkele vriendschap of samen zitten voelt als deze wazige dagen. Altijd half slaperig, stoned, irritant of schreeuwend mijn dagen door. Ik gaf meer om dom doen dan om andere dingen eerlijk gezegd haha. Wat was ik een sukkel.

Enfin, het was 1 van de laatste zomerdagen. Ik was zoals vaker weer per ongeluk te lang in Noordwijk blijven hangen. Ik hing hier met Dennis. Dennis en ik sloten ooit een pact. We ontmoetten elkaar toen we moesten nakomen bij Godsdienst. We waren instant vrienden en besloten dat dit nooit zou eindigen. En zo geschiedde. We zien elkaar niet veel maar ik houd van het joch.

Vaak als we hingen keken we film. Vaak braveheart op repeat of Het Schnitzelparadijs. We keken eens met een volle kamer apestoned naar het menu voor een uur. Niemand had fut om op play te drukken. Wat moet dat er absurd uitgezien hebben. En zo ging dat dus dagelijks.

Er gebeurde altijd een hoop en per dag wel een miljoen ideeën. Ja, creatief waren we zeker. Vaak bevatte het vuur, geweld of ontploffingen. Echte brute mannen dingen!!

Op de straat gold de wet van de sterksten, niet dat wij zo vechtlustig of gevaarlijk waren maar ook die cultuur hing hier ook rond die tijd. Groepen van verschillende plekken moesten zich wapenen tegen de komst van de anderen. Op een website hield iemand bij welke groep met wie vocht en wie er had gewonnen. De groepen hadden namen als: Het Hondenveld, De Kalkoven, Dinoplein Kattuk en zo ook wij ‘Shadowforce Katwijk’. Voor anderen ‘de kankergothics’. Ze vonden ons altijd een bepaald soort creepy en dat maakte het ergens wel wat veiliger voor onszelf. Ik had bij velen rivalen in de klas of in hetzelfde jaar op school gezeten dus ik ontsprong de dans nog weleens. Ik heb in deze tijd dan ook nooit gevochten, al van kleins af aan vind ik het zelf gebruiken van geweld een dom en achterhaald iets. Ik kan vechten met woorden. Dat is een goede eigenschap maar als de tegenstanders vaak minder van het praten zijn, maak je soms meer problemen dan je zou willen.

Elke groep had zijn eigen plekje, daar zaten ze het liefste elke dag de gehele dag door. En als je maar ook een aantal meter in de buurt kwam, wachtte je een doodseskader aan scheldwoorden van jewelste. Soms een steen, soms een trap. We waanden ons in ons eigen wilde westen onder de ogen van zij die niks in de gaten hadden. Niet dat niemand het niet door had maar ik denk dat velen mensen 0 benul hebben gehad van de heersende orde. Al zullen ze vast wat gevechten/relletjes hebben meegemaakt.

De jeugd toen leek ook wel meer op straat te hangen dan nu. Als insectenplagen bezwermden zij de openbare plekken, wachtend tot het mis zou gaan. Wij begaven ons daar niet zoveel, dit kwam omdat wij vonden dat wij daar niet echt hoorden. Haha, we horen nu nog nergens. Wij zaten liever in het duin of in 1 of ander bos, domme geluiden te maken of gewoon buiten de rest van de wereld blowen en bier drinken. Veilig en fijn.

Als alles had gegaan zoals wij wilden had het een grote bende geworden. Dan waren we er allemaal niet meer denk ik. De eeuwige wilde plannen van elkaar of in de hens steken of willen offeren aan wie t maar wilde. Zo ook vriend Zilla schieten vanaf een zolderraam naar het neonkruis op de kerk, zo’n paar honderd meter verderop. Dit zou kunnen met explosief elastiek balastiek. Ik weet nu nog niet wat dit betekent maar geloven deed ik ze wel.

Regen geeft de aarde een nieuw soort dimensie, een nieuw bestaan. In de regen gebeuren er ongure dingen, vooral omdat er niemand op straat loopt. En daar stonden we weer, natgeregend en bibberend van de kou. We stonden bij de fietstunnel van t gemeentehuis.

FOTO’S EN VIDEO PRESENTATIE DICHTBUNDEL

X